Geschillen tussen bestuurders

U bent bestuurder van een vennootschap. In die hoedanigheid hebt u de taak de onderneming zo goed mogelijk te leiden, gezamenlijk met uw medebestuurders. Over het beleid legt u ook gezamenlijk verantwoording af. Wel bestaat de mogelijkheid de taken onderling te verdelen. Indien aansprakelijkheid van het bestuur aan de orde komt, kunt u aansprakelijkheid in bepaalde gevallen ontlopen door te laten zien dat u geen blaam treft, door aan te tonen “dat de tekortkoming niet aan u is te wijten én dat u niet nalatig bent geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden”. Deze laatste voorwaarde wordt door rechters in precies deze bewoordingen gebruikt.

Nu kan het voorkomen dat u het niet eens bent met uw medebestuurder(s). Het is dan aan u om te voorkomen dat verkeerde beslissingen worden genomen, in het belang van de onderneming én om uzelf te beschermen tegen mogelijke aansprakelijkheid in verband met (het verzaken van) uw bestuurstaak.

Als in zo’n situatie het ‘zachte’ stadium (overleg, overtuiging, onderhandeling) is gepasseerd, bent u aangewezen op hardere maatregelen. Om te bepalen wat die maatregelen kunnen zijn, is van belang te weten dat het besluitvormingsproces binnen het bestuur juridisch gezien in drie stappen verloopt: stem, besluit en vertegenwoordiging. In de praktijk worden deze stappen natuurlijk niet bij de aanschaf van elk potlood bewust doorlopen. Bij belangrijke beslissingen is dat wél de bedoeling en kunt u invloed uitoefenen. Het is dus in eerste instantie van belang dat u aandringt op formele besluitvorming. Dat geeft u immers de gelegenheid formeel uw ongenoegen te uiten.

Stap 1: stem

Als in een bestuursvergadering het door u ongewenste voorstel ter stemming komt, ligt het voor de hand dat u tegen het voorstel stemt en dat u meedeelt waarom u tegen stemt. Daarbij kunt u er eventueel ook op wijzen dat het voorstel niet tot uw takenpakket behoort, in overeenstemming met de taakverdeling. Realiseert u zich dat bepaalde taken, zoals het algemene en het financiële beleid, per definitie tot de taak van het gehele bestuur behoren. Overige taken kunnen worden verdeeld, hetgeen gevolgen heeft voor de aansprakelijkheid van de afzonderlijke bestuurder.

Stemt u tegen, vergeet dan niet één en ander goed in de notulen te laten vastleggen. Dat maakt het immers makkelijker om later aan te tonen dat u geen blaam treft en alles gedaan heeft om te voorkomen dat een verkeerde beslissing wordt genomen.

Stap 2: besluit

Een voorstel wordt een besluit als een door wet of statuten bepaald aantal stemmen vóór het voorstel is uitgebracht. Omdat u tegen het voorstel hebt gestemd, kan het voorstel worden afgewezen. Of dat is gebeurd, hangt af van het aantal bestuurders en het aantal stemmen dat iedere bestuurder heeft. De statuten kunnen namelijk bepalen dat een bestuurder meer dan één stem heeft, tot het maximum van het aantal stemmen dat de andere bestuurders gezamenlijk hebben. Een vetorecht van een bestuurder is niet toegestaan.

Stap 3: vertegenwoordiging

Indien ondanks uw bezwaren en uw tegenstem toch een besluit is genomen dat door u als een verkeerde beslissing wordt gekwalificeerd, kunt u mogelijk de uitvoering van het besluit nog tegenhouden. Voor de uitvoering is namelijk nodig dat de vennootschap extern wordt vertegenwoordigd, waarbij mogelijk uw medewerking vereist is. De statuten bepalen hoe die vertegenwoordiging moet verlopen. Er zijn allerlei mogelijkheden, variërend van de mogelijkheid dat iedere bestuurder zelfstandig bevoegd is om de vennootschap te vertegenwoordigen, tot de mogelijkheid dat de vennootschap alleen vertegenwoordigd kan worden door alle bestuurders gezamenlijk.

In dat laatste geval kunt u de uitvoering van het besluit tegenhouden door uw handtekening te weigeren. Een voorbeeld is dat het bestuur heeft besloten tot het aangaan van een geldlening. U kunt vervolgens weigeren uw handtekening te zetten onder de overeenkomst met de betreffende financier.

Indien uw medebestuurders het echter té bont maken en al deze maatregelen helpen niet, dan rest u slechts één oplossing om uw aansprakelijkheid te voorkomen; stem met de voeten en neem ontslag. Dat doet u uiteraard alleen indien daartoe aanleiding is, maar kan in voorkomend geval verstandig zijn. Aansprakelijkheid van bestuurders hoeft namelijk niet beperkt te zijn tot het nadeel dat het specifieke besluit veroorzaakt, maar kan oplopen tot aansprakelijkheid voor het gehele tekort dat een onderneming heeft en in faillissementssituaties wilt u als bestuurder liever niet het tekort moeten aanzuiveren.

Wilt u hierover meer informatie of advies, neem dan contact op met Jorin Hagendoorn of een van de andere advocaten van de praktijkgroep Fusies, Overnames & Herstructureringen.