Non-concurrentiebeding bij overnames

door: Imbert van Weverwijk op 05/06/23 in Fusies, overnames & herstructureringen,

Bij bedrijfsovernames wordt doorgaans afgesproken dat de verkoper voor een zekere tijd niet zal concurreren met de activiteiten van de verkochte onderneming. Aan dergelijke beperkende bepalingen zijn echter strenge voorwaarden verbonden.

Reden voor non-concurrentiebeding
Een koper wil voorkomen dat een verkoper na afronding van de transactie gaat concurreren met de doelwitvennootschap; haar werknemers, klanten en leveranciers gaat benaderen, of bedrijfsgevoelige informatie gaat gebruiken.

De koper betaalt immers naast voor de feitelijke bestanddelen van de onderneming (zoals activa, contracten, werknemers) ook voor de goodwill. Goodwill is het gedeelte van de onderneming dat niet op de balans staat, maar wel waardevol is, zoals een trouw klantenbestand of kundig personeel. Als de verkoper concurreert met de verkochte onderneming, vermindert de waarde van die goodwill.

Voorwaarden voor geldigheid
Een non-concurrentiebeding en soortgelijke bepalingen, hebben een negatief effect op de mededinging en hieraan zijn dus voorwaarden verbonden.

Een concurrentieverbod dat in het kader van een bedrijfsovername aan een verkoper wordt opgelegd, en dat rechtstreeks verband houdt met en noodzakelijk is voor de totstandbrenging van een concentratie, is gerechtvaardigd, mits de duur, het geografische bereik en de reikwijdte van het concurrentiebeding strikt zijn beperkt tot hetgeen wat in dat kader noodzakelijk is (proportionaliteitseis). Non-concurrentiebedingen zijn gerechtvaardigd voor perioden van maximaal drie jaar wanneer de overdracht van de onderneming de overdracht van de klantentrouw in de vorm van zowel goodwill als knowhow omvat. Wanneer die bedingen uitsluitend op goodwill betrekking hebben, zijn zij voor perioden van maximaal twee jaar gerechtvaardigd. Onder bijzondere omstandigheden kan een langere termijn gerechtvaardigd zijn.

De geografische reikwijdte van een niet-concurrentiebeding moet doorgaans worden beperkt tot het gebied waarin de verkoper vóór de overdracht de betrokken producten of diensten heeft aangeboden. De koper hoeft immers geen bescherming in gebieden waar de verkoper niet actief was. Dat is alleen anders wanneer de verkoper al had geïnvesteerd in andere gebieden. In dat geval kan het non-concurrentiebeding met die gebieden worden uitgebreid.

Het voorgaande geldt ook voor beperkingen van de verkoper om te investeren of indirect betrokken te zijn bij concurrerende ondernemingen, werknemers, klanten en leveranciers te benaderen of bedrijfsgevoelige informatie te gebruiken.

Wordt het concurrentiebeding niet voldoende afgebakend, dan is het gehele beding in beginsel nietig.

Boete
Partijen nemen doorgaans een boete op als sanctie voor het overtreden van de beperkende bepalingen. De schade bij overtreding van een beperkende bepaling is immers niet eenvoudig te bepalen. Let wel, een rechter kan een boetebeding matigen.

Meer weten?
Staat u op het punt om te onderhandelen over een (overname-)contract? Aarzel niet om contact op te nemen met Nathalie van Hellenberg Hubar of Imbert van Weverwijk of een van de andere specialisten van onze sectie Fusies & Overnames.

REAGEREN OF VRAGEN?