EERSTE HOMOLOGATIE VAN EEN WHOA-AKKOORD

door: Cansu Arya-Dursun op 23/02/21 in Insolventierecht,

De WHOA biedt niet alleen uitkomst voor bedrijven die een maandenlang traject voor de herstructurering van hun schulden kunnen financieren. De doorlooptijden binnen een WHOA-traject zijn (soms) kort. Hoe kort? De rechtbank Noord-Holland heeft binnen 6 weken na het deponeren van de startverklaring een aangeboden akkoord goedgekeurd (‘gehomologeerd’). De gang van zaken was als volgt.

Feiten

In juni 2020, en daarmee vóór de inwerkingtreding van de WHOA, hebben twee ondernemingen een gezamenlijk/geconsolideerd (vrijwillig) akkoord aan hun schuldeisers aangeboden. Dit akkoord is weggestemd door het merendeel van de schuldeisers. Met het oog op de inwerkingtreding van de WHOA per 1 januari 2021, hebben de ondernemingen besloten nóg een poging te wagen. Op 29 december 2020 is een ‘samengesteld’ WHOA-akkoord aangeboden.

Op 11 januari 2021 hebben deze twee ondernemingen een startverklaring gedeponeerd. Op 22 januari 2021 hebben de ondernemingen vervolgens (i) een verzoekschrift tot homologatie van het akkoord, (ii) het verzoek tot opzegging van een leaseovereenkomst ingediend en (iii) het stemverslag gedeponeerd. Op 2 februari 2021 zijn tijdens een mondelinge zitting inhoudelijke vragen gesteld. Op 19 februari 2021 is het homologatieverzoek én het verzoek tot opzegging van een leaseovereenkomst gehonoreerd.

Een pragmatische rechtbank

Deze uitspraak maakt inzichtelijk dat de rechtbanken voorlopig soepel (blijven) omgaan met diverse formaliteiten. Dat zagen we al bij de voordracht van een herstructureringsdeskundige toen het WHOA-procesreglement niet werd gevolgd, maar nu ook bij het aanbieden van een akkoord door meer dan één schuldenaar.

De Faillissementswet biedt géén ruimte om een zogeheten samengesteld akkoord aan te bieden. En dat is exact wat deze twee ondernemingen wel gedaan hebben. Uiteindelijk werd geoordeeld dat de schuldenaren hebben beoogd elk een eigen akkoord aan te bieden, ook al was het samengevoegd in één document. De rechtbank verbindt daardoor geen gevolgen aan het formele gebrek. Het betrof het eerste verzoek tot homologatie onder de WHOA en bovendien is de WHOA niet op alle punten duidelijk. Daarnaast overweegt de rechtbank meer inhoudelijk dat het voor alle schuldeisers duidelijk moet zijn geweest dat (i) het twee aparte akkoorden betreft en (ii) het een herstructurering van alle uitstaande schulden van de schuldenaren betreft.

Facturen van vóór Corona geen grond voor afwijzing

Een WHOA-akkoord wordt niet altijd gehomologeerd. De wet schrijft zogeheten ambtshalve afwijzingsgronden voor op basis waarvan de rechtbank een verzoek tot homologatie moet afwijzen. Zulke afwijzingsgronden deden zich niet voor. Daarnaast kunnen belanghebbenden, zoals schuldeisers, ook gemotiveerd om afwijzing verzoeken.

In deze zaak maakt een schuldeiser gebruik van die mogelijk. Die schuldeiser voert onder meer aan dat het openstaande schulden betreft van vóór de Corona-crisis. De rechtbank gaat aan dat argument voorbij. De schuldenaren hebben volgens de rechtbank voldoende gedocumenteerd onderbouwd dat de schuldeisers met het akkoord beter af zijn dan bij een vereffening van het vermogen van verzoeksters in een faillissement. En daarmee hebben deze twee ondernemingen, onder de voorwaarden van het WHOA-akkoord, weer een mooie toekomst in het verschiet.

Wilt u bespreken of een WHOA traject ook voor u interessant is? Neem dan contact op met Vincent van den Bos en Cansu Dursun of een van de andere specialisten van het Team Insolventie van DVAN advocaten. Zij staan u graag te woord.

REAGEREN OF VRAGEN?