Onzorgvuldig handelen werkgever kost hem ontslagvergoeding van ruim EUR 200.000

door: op 06/02/18 in Arbeid, medezeggenschap & pensioen,

In een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland heeft het ernstig verwijtbare handelen van werkgever geleid tot een ontslagvergoeding van ruim € 200.000.

De berekeningsmethodiek van de transitievergoeding bij ontslag is helder, die volgt immers uit de wet. Heeft de werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld, dan kan werknemer ook aanspraak maken op een billijke vergoeding. Of en wanneer sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, is op voorhand minder duidelijk en steeds afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Uit de wetsgeschiedenis volgt in ieder geval dat hier slechts in uitzonderlijke gevallen sprake van kan zijn.

In deze zaak kreeg werknemer een billijke vergoeding toegekend van maar liefst € 154.024,87. De vraag dringt zich op welke feiten en omstandigheden hebben geleid tot een billijke vergoeding. En: welke schadecomponenten zijn betrokken in de berekening van de billijke vergoeding?

journalistiek meningsverschil

Werknemer werkte als programmamaker/onderzoeksjournalist bij een publieke omroep (hierna: 'de omroep') en was betrokken bij twee onderzoeken naar een fotorolletje van doodgeschoten moslims dat in 1995 in Srebrenica door een Dutchbatter was gemaakt en vervolgens bij het ontwikkelen in Nederland was mislukt.

De vraag was of het Ministerie van Defensie de foto’s met opzet of per ongeluk had vernietigd. In het eerste onderzoek kwam naar voren dat geen sprake was van een menselijke fout. Hiermee werd het al bestaande beeld van het Ministerie van Defensie, dat sprake zou zijn van een doofpotcultuur, bevestigd. In het vervolgonderzoek dat werknemer met een expert had uitgevoerd, kwam echter naar voren dat wel degelijk sprake was van een menselijke fout.

Werknemer vond het van belang dat ook díe onderzoeksresultaten werden uitgezonden, maar de omroep zond alleen de eerste onderzoeksresultaten uit. Daarmee werd een geheel ander beeld geschetst van de gang van zaken. Werknemer had hier principiële journalistieke bezwaren tegen en wilde daarom niet genoemd worden als mede-maker van het programma. Dit leidde tot een arbeidsconflict.

werknemer wordt ziek

Het voorval ging werknemer niet in de koude kleren zitten. Hij werd ziek. De bedrijfsarts zag een verband tussen zijn uitval en de situatie bij de omroep.

Tijdens de re-integratie werd een mediationtraject gestart om tot een oplossing te komen. De eindredacteur van de omroep concludeerde echter al snel dat hij werknemer niet meer terug wilde. Dit besluit deelde hij per e-mail aan de gehele redactie.

Onderhandelingen over het vertrek van werknemer volgden, maar partijen kwamen er niet uit. Werknemer legde de kwestie als laatste redmiddel voor aan de algemeen directeur. De algemeen directeur berispte de eindredacteur en deed toezeggingen aan werknemer, maar deze werden vervolgens niet nagekomen.

Partijen zagen geen andere oplossing en verzochten gezamenlijk om ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

gezamenlijk ontbindingsverzoek

  • Verzoek werknemer

Volgens werknemer was de verstoorde arbeidsverhouding volledig te wijten aan de omroep. De manier waarop de omroep was omgegaan met zijn morele bezwaren met betrekking tot het fotorolletje, het veelvuldig niet nakomen van afspraken, het niet serieus oppakken van zijn arbeidsongeschiktheid en het feit dat hij niet in bescherming werd genomen tegen de grillen van de eindredacteur, zouden ervoor hebben gezorgd dat werknemer psychische en emotionele schade had opgelopen.

Werknemer verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met toekenning van de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 220.000,-- bruto en € 10.000,-- aan kosten rechtsbijstand.

  • Verzoek werkgever

De omroep voerde aan dat partijen de afgelopen jaren niet in staat waren gebleken om de verstoorde arbeidsrelatie terug te brengen tot een normale arbeidsrelatie. De omroep stelde dat het uiteindelijk de eindredacteur is die beslist over wat wel en niet in een uitzending wordt meegenomen.

Geen sprake zou zijn van ernstig verwijtbaar handelen door de omroep, maar de omroep was gezien de omstandigheden bereid om een vergoeding te betalen van € 70.000 bruto, € 4.000 vergoeding kosten rechtsbijstand en € 10.000 voor outplacement.

wat vindt de rechter

De kantonrechter stelde eerst vast dat aan de voorwaarden om aanspraak te maken op een transitievergoeding was voldaan. Werknemer was al meer dan twee jaar in dienst en er was geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan zijn zijde. De kantonrechter kende werknemer een transitievergoeding toe van € 37.546,75 bruto.

Vervolgens boog de kantonrechter zich over de vraag of aan de omroep ernstig verwijtbaar handelen kon worden toegerekend, en dus een billijke vergoeding verschuldigd was. Hiervoor moet de gedraging van de werkgever zodanig laakbaar zijn, dat door die gedraging een verstoorde arbeidsrelatie is ontstaan. Het arbeidsconflict was ontstaan door de discussie over het fotorolletje. De kantonrechter oordeelde dat sprake was van ernstig verwijtbaar handelen en motiveerde dit als volgt.

verwijtbaar handelen werkgever

Onder verwijzing naar de beginselen van de beroepscode voor journalisten had de eindredacteur zijn beslissing om tot uitzending over te gaan onvoldoende gemotiveerd. Doordat werknemer een succesvol onderzoeksjournalist was die zijn sporen had verdiend in de journalistiek, had de eindredacteur zijn beslissing om niet tot uitzending van het vervolgonderzoek over te gaan beter moeten motiveren. Dat het hier ging om het uitzenden van het voor het Ministerie van Defensie ontlastende materiaal nam de kantonrechter ook mee in zijn motivering.

De kantonrechter oordeelde verder dat er natuurlijk weleens een fout kan worden gemaakt, ook door een werkgever, en excuses dan soms voldoende kunnen zijn. In deze zaak had de omroep echter achter elkaar fouten gemaakt en toezeggingen gedaan die niet werden nagekomen, waardoor werknemer ziek werd en bleef. Daar zat volgens de kantonrechter de crux in deze zaak. De omroep had onzorgvuldig gehandeld en onvoldoende gedaan om de bij werknemer ontstane schade weg te nemen, daar waar dit wel van de omroep mocht worden verwacht. Werknemer maakte aanspraak op een billijke vergoeding.

Werknemer had verzocht om een billijke vergoeding van € 220.000 bruto. Dit bedrag was gebaseerd op de periode dat de arbeidsovereenkomst waarschijnlijk nog had geduurd als het ernstige verwijtbare handelen van de omroep niet had plaatsgevonden.

componenten billijke vergoeding

  • 1. Loon

De kantonrechter bracht eerst in kaart wat werknemer aan loon zou hebben genoten als de opzegging van de arbeidsovereenkomst zou zijn vernietigd en werknemer in dienst was gebleven. Geschat werd dat werknemer nog ongeveer 9 maanden ziek zou blijven en dat de omroep tot die tijd loon had moeten doorbetalen.

  • 2. Nieuw werk

Daarna werd geschat binnen welke periode werknemer een andere baan zou kunnen vinden. Hoewel werknemer had gesteld dat hij in een moeilijke arbeidsmarkt voor onderzoeksjournalisten moet opereren (met veel concurrentie), volgde de kantonrechter dat standpunt niet. Werknemer stond immers bekend als een zeer ervaren onderzoeksjournalist, die bovendien nog niet tot het segment van de ouderen behoort (waardoor een werkgever hem mogelijk minder snel zou aannemen).

  • 3. Lagere salarisschaal

De kantonrechter oordeelde dat het werknemer binnen 15 maanden zou moeten lukken om werk te vinden. De verwachting was wel dat hij gedurende tien jaar mogelijk zou worden ingeschaald in een lagere salarisschaal. De schade als gevolg van plaatsing in een lagere salarisschaal bedroeg € 89.398,80 bruto. Ook zou werknemer inkomensschade lijden, omdat hij na 9 maanden ziekte een WW-uitkering zou ontvangen. Deze schade werd begroot op € 38.571,07 bruto. Omdat werknemer echter ook een transitievergoeding kreeg, en deze ook bedoeld is als tegemoetkoming in de verwachte inkomensschade, werd de inkomensschade gematigd tot € 26.055,-- bruto.

  • 4. Immateriële schade

Hier bleef het niet bij. Werknemer had namelijk ook een immateriële schadevergoeding gevorderd. De kantonrechter oordeelde dat om die schade vergoed te krijgen, er meer nodig is dan psychisch leed of het zich gekwetst voelen. Sprake moet zijn van aantasting van persoon, zoals een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Hoewel de kantonrechter vond dat voor een immateriële schadevergoeding geen plaats was, werd werknemer wel een immateriële vergoeding van € 10.000 netto toegekend. Deze vergoeding was naar het oordeel van de kantonrechter gerechtvaardigd. Tegenover het ernstig verwijtbaar handelen van de omroep diende een immateriële genoegdoening te staan, die als doel heeft om recht te doen aan de omstandigheid dat een eind was gekomen aan de arbeidsovereenkomst die voor onbepaalde tijd was aangegaan.

  • 5. Rechtsbijstand

Werknemer kreeg ook een vergoeding voor kosten rechtsbijstand van € 4.000,--.

conclusie

Werkgevers, let dus goed op. Als goed werkgever heeft u nu eenmaal de verantwoordelijkheid om vooraf te bedenken hoe u met uw werknemers omgaat. Een opeenstapeling van fouten en toezeggingen die niet worden nagekomen, waar uw werknemer vervolgens onder lijdt, kan kwalificeren als ernstig verwijtbaar. Bij het berekenen van de billijke vergoeding wordt gekeken naar verschillende componenten, die deels worden geschat aan de hand van een toekomstprognose. Dat kan u duur komen te staan.

Wij begeleiden u graag bij het op een gepaste manier oplossen van een arbeidsconflict met een werknemer. Neem vrijblijvend contact op met ons team van arbeidsrechtspecialisten. Bel +31 30 285 03 04 of stuur een e-mail naar hazan.senyuva@dvan.nl.

gerelateerde artikelen

REAGEREN OF VRAGEN?