UPDATE SLAPENDE DIENSTVERBANDEN

door: op 24/01/20 in Arbeid, medezeggenschap & pensioen,

Na de uitspraak van de Hoge Raad van 8 november 2019 inzake de slapende dienstverbanden hebben veel bedrijven in het laatste kwartaal van 2019 een “grote schoonmaak” gehouden met als uitgangspunt dat compensatie voor de transitievergoedingen vanaf 1 april 2020 kan worden aangevraagd. Hiermee is het avontuur echter nog niet ten einde. Twee recente uitspraken met impact verdienen de aandacht.

Slapers vóór 1 juli 2015

De eerste uitspraak betreft de vraag of een werknemer recht heeft op een transitievergoeding indien de werkgever wordt gedwongen mee te werken aan beëindiging van het dienstverband terwijl de tweejaarstermijn al voor 1 juli 2015 was verstreken (Rechtbank Noord-Holland, 23 december 2019, Kort geding).

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit het arrest van de Hoge Raad dat bij beëindiging van een slapend dienstverband, de aanspraak op een transitievergoeding moet worden beoordeeld naar het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst beëindigd had kunnen worden. Als dat vóór 1 juli 2015 zou zijn, is in principe geen transitievergoeding verschuldigd omdat die vergoeding toen nog niet bestond. In dit specifieke geval gaat deze vlieger echter niet op. Tot begin 2017 is namelijk geadviseerd werkneemster op te roepen voor passende werkzaamheden en dat is ook gebeurd. Daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat pas op 14 maart 2017 was voldaan aan de vereisten voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Feitelijk wordt hier teruggekeken of destijds voor 1 juli 2015 de arbeidsovereenkomst beëindigd had kunnen worden op basis van langdurige arbeidsongeschiktheid. Hiermee ontstaat wel de vraag of het UWV de uitspraak van de kantonrechter gaat volgen. Als het UWV de uitspraak van de voorzieningenrechter volgt, dient het UWV de transitievergoeding te compenseren omdat de mogelijkheid tot beëindiging pas ná 1 juli 2015 is ontstaan. Volgt het UWV de uitspraak niet, dan kan de werkgever in de knel komen. Die zal dan zowel bij de civiele rechter tegen de kortgeding uitspraak over de transitievergoeding moeten opkomen, maar ook in bezwaar en beroep moeten gaan tegen het besluit tot weigering van de compensatie.

TIP

Kijk in de administratie of er nog sprake is van oude gevallen waarbij de tweejaarstermijn voor 1 juli 2015 is verstreken. Zo ja, stel jezelf dan de volgende vragen:

Hebben deze medewerkers na 1 juli 2015 nog passende werkzaamheden verricht?

  • Nee, dan geen transitievergoeding verschuldigd.
  • Ja, dan wel transitievergoeding verschuldigd.

Slapers & pensioen

Een andere uitspraak met impact is die van het Hof Den Bosch van 9 januari 2020. Hier betrof het onder meer de vraag of werknemers met een slapend dienstverband  waarvan het dienstverband was geëindigd door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, alsnog aanspraak kunnen maken op een transitievergoeding. De werknemer had vóór het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd eind 2019 verzocht mee te werken aan beëindiging. Het Hof oordeelt dat het feit dat de werknemer de werkgever had gewezen op het feit dat de werkgever de transitievergoeding gecompenseerd zou krijgen als de werkgever vóór 2020 zou instemmen met het voorstel, meebrengt dat de werkgever in strijd handelt met zijn verplichting als goed werkgever. Dat leidt tot een verplichting om de schade te vergoeden gelijk aan de misgelopen transitievergoeding. Dat de werkgever mogelijk geen aanspraak maakt op compensatie, omdat sprake is van een ‘schadevergoeding’ en dit in principe niet binnen de compensatieregeling valt, komt in beginsel voor rekening en risico van de werkgever, aldus het Hof.

Het Hof overweegt overigens nog wel dat compensatie in haar optiek niet uitgesloten is. Daarbij betrekt het Hof de omstandigheid dat in deze zaak een met de transitievergoeding gelijk te stellen schadevergoeding is voldaan, die juist haar grondslag vindt in de niet-nakoming van een verplichting die is ontstaan als gevolg van de invoering van de Wet compensatie transitievergoeding en die  -ware zij wel nagekomen- voor compensatie in aanmerking was gekomen. Het compenseren van de door de Stichting te betalen vergoeding zou daarmee kunnen passen binnen de ratio van de wettelijke regeling.

TIP

Kijk in de administratie of er gevallen zijn van slapers die in de afgelopen periode reeds met pensioen zijn gegaan. Zo ja, stel jezelf dan de volgende vragen:

Heeft de medewerker een verzoek tot betaling van de transitievergoeding gedaan?

  • Nee, dan geen schadevergoeding verschuldigd.
  • Ja, dan mogelijk schadevergoeding verschuldigd gelijk aan de misgelopen transitievergoeding. In dat geval compensatie aanvragen met verwijzing naar de uitspraak van dit Hof.

REAGEREN OF VRAGEN?