Een BV heeft geld nodig…

... maar niet alle aandeelhouders willen investeren; wat nu?

door: Jorin Hagendoorn op 20/11/17 in Fusies, overnames & herstructureringen,

Het komt regelmatig voor. Een BV heeft geld nodig. Maar voor deze BV zijn de ‘gewone routes’, zoals uitbreiding van het bankkrediet of een sale-and-lease back-constructie, om een bepaalde reden geen optie. Dus richt het bestuur van de BV zich tot de aandeelhouders.

Sommige aandeelhouders willen best in deze BV investeren, mits zij daarvoor extra aandelen in de BV krijgen. Maar er dreigt een blokkade: één bepaalde aandeelhouder wil niet investeren, maar wil ook niet dat zijn aandelenbelang verwatert doordat de andere aandeelhouders extra aandelen krijgen. Kan deze patstelling worden opgelost?

Dwang?

Aandeelhouders kunnen in beginsel niet gedwongen worden te investeren in de BV waarin zij aandelen hebben. Als aandeelhouder heb je in beginsel namelijk niet meer verplichtingen dan het volstorten van je aandelen. Sinds de invoering van de flex BV kunnen aan een aandeelhouder statutair overigens wel allerlei verplichtingen worden opgelegd, maar die situatie laten we hier onbesproken.

Kortom, aandeelhouders kunnen niet gedwongen worden nieuw kapitaal ter beschikking te stellen. Het gaat nog verder: onder normale omstandigheden kunnen aandeelhouders ook niet gedwongen worden mee te werken aan het uitgeven van nieuwe aandelen aan mede-aandeelhouders. Afhankelijk van de verhoudingen en het krachtenspel tussen de aandeelhouders, kan dat betekenen dat een patstelling ontstaat: de BV heeft nieuw kapitaal nodig, maar één aandeelhouder blokkeert dat. Met name in 50-50 verhoudingen komt dit nogal eens voor.

Is dit op te lossen? Ja. Onder omstandigheden kan - in het belang van de continuïteit van de onderneming - een aandeelhouder feitelijk worden gedwongen mee te werken aan de uitgifte van nieuwe aandelen, ook indien dit betekent dat zijn aandelenbelang daardoor verwatert.

Enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer?

Voor een dergelijke actie is wel de medewerking van een rechter nodig, de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam (een zogenaamde 'enquêteprocedure'). Indien de Ondernemingskamer voldoende redenen ziet om 'te twijfelen aan een juist beleid' kan de Ondernemingskamer in het belang van de onderneming maatregelen nemen die er toe leiden dat nieuwe aandelen worden uitgegeven. Het is dan aan de onwillige aandeelhouder om voor zichzelf te beslissen of hij al dan niet alsnog meedoet met deze investeringsronde, dan wel of hij accepteert dat zijn oude aandelenpakket verwatert.

Soms hoeft het zover niet te komen en is het met een onwillige aandeelhouder bespreken van deze ‘nucleaire optie’ voldoende om hem of haar over de streep te trekken.

Meer weten?

Heeft u te maken met een vergelijkbare kwestie? Neem dan contact op met Jorin Hagendoorn of een van de andere leden van het Team Fusies, Overnames & Herstructureringen van DVAN Advocaten.

REAGEREN OF VRAGEN?