Slaafse nabootsing

Dealer en afnemer kunnen zich niet verschuilen achter producent.

op 23/01/15 in Geschillen & procedures, Handelsrecht, Intellectueel eigendom,

Wanneer producten inbreuk maken op rechten van derden, dragen dealers en afnemers daarvoor eigen verantwoordelijkheid.

Dealers en afnemers (klanten van die dealer) van producten pas op. Wanneer blijkt dat die producten inbreuk maken op rechten van derden, dragen zij daarvoor een eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen zich niet op het standpunt stellen dat niet zij, maar hun toeleverancier de producent van die producten is. Zo blijkt nog eens uit rechtspraak.

Bakker ontwikkelt en produceert uitrustingsstukken voor autolaadkranen en grondverzetmachines. Tot haar assortiment behoren bepaalde type grijpers.  Y Sales levert grijpers voor autolaadkranen van bekende merken. Y Sales brengt ook grijpers onder eigen merk op de markt, geproduceerd door Mollen. VSU was voorheen vaste afnemer van de grijpers van Bakker en is tegenwoordig klant van Y Sales (Y Sales, Mollen en VSU zullen hierna met ‘Mollen c.s.’ worden aangeduid).

Bakker stelt dat de grijpers van Y Sales het resultaat zijn van onrechtmatige slaafse nabootsing van de grijpers van Bakker. Aan Mollen c.s. is onder meer verzocht zich met onmiddellijke ingang te onthouden van het aanbieden en in het verkeer brengen van de ‘namaakgrijpers’.

Juridisch kader

De grijpers van Bakker worden niet beschermd door rechten van intellectuele eigendom. Vooropgesteld wordt dat nabootsing van een stoffelijk product dat niet wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom in beginsel vrijstaat, maar dat dit beginsel uitzondering lijdt wanneer door die nabootsing nodeloze verwarring bij het publiek valt te duchten. Voor een geslaagd beroep op slaafse nabootsing is derhalve vereist dat (1) een onderscheidend product is (2) nagebootst, (3) met de nabootsing verwarring bij het publiek mogelijk is, én (4) de nabootser zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product afbreuk te doen een andere weg had kunnen inslaan.

Oordeel

De rechtbank kwam in dit geval tot het oordeel dat er – vanwege de grote gelijkenis van de Mollen-grijpers met die van Bakker – sprake was van onrechtmatige slaafse nabootsing. Maar wie is nu aansprakelijk? De producent (Mollen) van de namaakgrijpers, de dealer (Y Sales), de klant (VSU) of allerdrie?

Volgens Bakker laat Y Sales de grijpers vervaardigen in opdracht van VSU. Mollen c.s. heeft dit bestreden, daartoe aanvoerende dat VSU slechts wederverkoper van de grijpers is. De rechtbank oordeelt dat dit allemaal niet van belang is. Vaststaat dat de grijpers door Mollen via Y Sales en VSU op de markt worden gebracht. Zij zijn daarom allemaal jegens Bakker aansprakelijk. De onrechtmatigheid van slaafse nabootsing zit immers niet in de navolgingshandeling zelf (de productie), maar in het veroorzaken van verwarringsgevaar. Dit verwarringsgevaar wordt veroorzaakt door het op de markt brengen en verhandelen van het nagebootste product, in dit geval de namaakgrijpers.

Allerdrie worden dan ook door de rechtbank veroordeeld.

Tip

Deze uitspraak toont aan dat het bij de inkoop van – in dit geval – producten van groot belang is altijd goede (schriftelijke) afspraken te maken. En dat die afspraken niet alleen de beschrijving van het product, prijs, levertijd e.d. zouden moeten betreffen, maar ook goede afspraken over een eventuele inbreuk van dit product op rechten van derden. Concreet vraagt dit om een goede vrijwaring door de producent van de dealer en haar klanten.

REAGEREN OF VRAGEN?